FC UTRECHT MAGAZINE | VOORJAAR 2023 33 VAN DE KONINGSWEG NAAR DE TOP: BART RAMSELAAR FC Utrecht, kan heel hard zijn. Elk jaar zijn er eindejaarsgesprekken. Tijdens zo’n gesprek krijg je te horen of je het seizoen erna ook voor de club mag spelen, of dat je afvalt en de opleiding moet verlaten”, legt hij uit. “Zelfs al had ik er vaak op voorhand al wel een goed gevoel over, toch was ik voor zo’n gesprek zenuwachtig. Het blijft toch spannend!” Op een dag wordt Ramselaar gevraagd te spreken met Hoofd Opleidingen Henny Lee. “Dat gesprek staat me nog heel goed bij”, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. “Lee vertelde me dat de club me een contract aanbood: mijn eerste jeugdcontract. Dat gevoel was geweldig. Ik zat daarna met een glimlach van oor tot oor in de trein naar huis! Of ik het zag aankomen? Een klein beetje wel. Kort daarvoor speelden we een paar keer tegen Ajax, en in die wedstrijden speelde ik telkens behoorlijk goed. Dat zorgde ervoor dat er interesse in mij ontstond, ook al omdat ik nog geen contract had. Dat FC Utrecht me toen wilde vastleggen, was dus goed te verklaren.” Het was bij Ramselaar trouwens niet alleen maar voetbal, voetbal en nog eens voetbal. “Mijn ouders hamerden erop dat ik naast het voetbal ook zorgde voor een plan B, in de vorm van een opleiding. Dat deed ik dan ook, al was ik er zelf van overtuigd dat het betaalde voetbal zou gaan halen. Maar ik weet dat dat lang niet voor iedereen is weggelegd. Daarom is het belangrijk om als jeugdspeler ook je school goed te doen en serieus te nemen”, geeft hij direct een waardevol advies. Maar de belangrijkste les voor jonge voetballers, volgens Ramselaar? “Geloof in jezelf. Dat is het allerbelangrijkste. Ook al zegt bij wijze van spreken iedereen dat je het niet gaat halen of dat je niet goed genoeg bent, blijf altijd in jezelf geloven, blijf hard werken en weet dat je er via een omweg óók kunt komen. Daar zijn honderden voorbeelden van. Soms is het super moeilijk om in jezelf te blijven geloven, trouwens. Zeker als iedereen zich tegen je te lijkt te keren. Ik heb in mijn loopbaan ook hobbels gekend en die overwonnen. In het begin ging het met mijn carrière in een rechte, stijgende lijn. Ik brak door bij FC Utrecht, maakte een transfer naar PSV, speelde voor het Nederlands elftal, werd kampioen. Maar toen belandde ik op de bank en brak een mindere fase aan. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad. Ik had het gevoel dat ik het op trainingen goed deed, maar speelde niet of nauwelijks. Dat was heel zwaar. Toch kon ik toen terugvallen op mezelf. Dat was lastig, maar het is me gelukt.” Daar was het de middenvelder al die jaren op Zoudenbalch immers ook om te doen: doorbreken, het eerste elftal bereiken, uitblinken aan het Herculesplein. Elke dag zag hij, vanuit de velden aan de Koningsweg, dat grote, imposante stadion liggen. Lonken, bijna. Vanaf het moment dat Ramselaar als mannetje van een jaar of dertien met succes enkele testwedstrijden aflegde en instroomde in wat toen nog de C1 heette, droomde hij van schitteren in Stadion Galgenwaard. “Op Zoudenbalch liggen heel veel mooie herinneringen. Ik heb in de jeugd van FC Utrecht een geweldige tijd gehad”, zegt de Amersfoorter in de persruimte van het FC Utrecht Topsportcentrum in Overvecht. “Harry Suvee was mijn eerste trainer in de jeugd. Ik speelde alles, zat elk jaar wel bij de beste pak ‘m beet vijf spelers van mijn team. Er werd altijd gezegd: ‘Jongens, houd er rekening mee dat statistisch gezien maar twee spelers van deze lichting het eerste elftal gaan halen.’ Of ik toen bij de beste twee zat, weet ik niet. Ik bleef vooral hard werken. Vanaf het moment dat ik in de A1 speelde, had ik het gevoel: ja, ik ga het halen.” “Weet je wat gek is? Soms denk ik nog terug aan die tijd”, gaat drievoudig Nederlands international Ramselaar verder. “Dat je toen nadacht over of je één van die jongens zou worden die het wél haalt. Van sommige teamgenoten dacht ik: die zijn groot, die zijn sterk, die gaan het halen. Maar die hebben het profvoetbal uiteindelijk niet gehaald. Grappig om te zien hoe dat werkt. Ik speelde trouwens ook jarenlang samen met Sofyan Amrabat. Dat was zo’n teamgenoot over wie ik dacht: die gaat het halen. Van mezelf had ik dat gevoel ook.” Dat voetbal bij FC Utrecht ook in de jeugd een serieuze zaak is, realiseert Ramselaar zich dan al, zo geeft hij nu aan. Elk jaar ziet hij dromen van ploeggenoten in duigen vallen. “Het spelen in een Academie, zoals die van
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=