F C U T R E C H T MAGAZINE | V O O R J A A R 2 0 2 2 15 COLUMN KEES JANSMA DE SUPPORTER Het voordeel van ouder worden (qua leeftijd) is dat je veel kunt verhalen. Laatst bij een training van het eerste elftal vroeg een leeftijdsgenoot van mij wat ik eigenlijk van zijn FC Utrecht wist. Op het bekende, cynische Utrechtse toontje. Hij, de echte supporter, en ik, de nieuweling zijn als vrienden uit elkaar gegaan. Ik wist veel. Van Velox, dat ik zag trainen onder Daan van Beek en waar ik topschutter Frans Geurtsen mocht interviewen (en later Van Ledden en Van Hanegem), via Elinkwijk, onder aanvoering van Humphrey Mijnals, tot het grote DOS, waar kleurrijke en fantastische spelers als Frans de Munck, Hans Kraay sr en Tonny van der Linden de club landskampioen maakten. Mijn voetbalgekke vader sleurde me langs zowat alle Hollandse velden. En bij FC Utrecht kwam ik veel als commentator, met als hoogtepunt de 1-0 van Johan van Loen in de bekerfinale en -winst van 1985 tegen Helmond Sport. Ik slaagde daar, bijna 37 jaar na die bewuste bekerfinale, langs de lijn bij de training van het eerste elftal voor mijn examen. Dat ik moest doen omdat hij en misschien ook anderen verbaasd waren dat ik bij zijn club terecht was gekomen. Ik trouwens ook. Ik had als lid van Raad van Commissarissen dramatische ervaringen met een andere club in het betaalde voetbal en had dat hoofdstuk in mijn loopbaan wel afgesloten. Ik wilde alleen maar leuk naar voetbal kijken. Totdat ik, in verband met de documentaireserie over 50 jaar FC Utrecht, clubiconen als Gert Kruys en Frans van Seumeren ontmoette. En later de voltallige, in mijn ogen, jonge directie. Ik proefde, echt waar, de clubliefde, de ambitie en de wens tot interne stabiliteit binnen de club. Ze vroegen mij nota bene om advies. En uiteindelijk of ik in de RvC wilde. Dat heb ik dus gedaan. En ik ben aan de slag gegaan om de club beter te leren kennen. Ik bezoek trainingen, wedstrijdjes, Jong FC Utrecht en het eerste. En ik praat met echte supporters. Ik ben en word steeds meer betrokken bij de club. Als afstandelijk RvClid, dat toezicht houdt op beleid, stabiliteit en toekomst van de club. Dat die er is, staat natuurlijk als een paal boven water; dat beseffen mijn collega’s, de aandeelhouders van de club en de supporters. Het beter maken van de club hangt niet alleen af van de resultaten, maar ook van het rustig bouwen met alle betrokkenen achter de schermen. Ik draag, hoop ik, een beetje bij. Maar ook ik heb, soms, ongeduld; als het weer in de slotminuten 1-1 wordt, als het voetbal minder goed oogt, als de sportieve opmars stagneert. Dan ben ik, op de tribune, inmiddels een supporter die juicht en jankt. Nog niet zo als de Echte langs het trainingsveld, maar inmiddels behoorlijk fanatiek. Omdat ik, zoals iedereen, weet, dat we het in de play-offs niet zonder steun van die echte supporter kunnen; dat is geen geslijm, dat is een feit. Over een paar jaar zou ik graag met supporters langs het trainingsveld willen kletsen over het succes in het seizoen 2021/2022…
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=